Breng via dit formulier iemand op de hoogte van dit project!
Van petgat naar topbuurt
Het karakteristieke veenlandschap vormde de inspiratie voor het ontwerp van een kleinschalige groene woonbuurt in de Heerenveense nieuwbouwwijk Skoatterwâld.
Mens en water
Het landschap rond Heerenveen kenmerkt zich door veengrond en polderland met lange verkavelingsstroken. Overstromingen en het alom tegenwoordige water dwongen vroegere bewoners om zich aan te passen aan de krachten van de natuur. Men moest oplossingen ontwikkelen die het mogelijk maakten om zich hier permanent te vestigen.
De nederzetting Heerenveen is een voorbeeld van zo’n succesvolle ‘oplossing’. De stad floreerde op de hogere drogere gronden en de bewoners verdienden hun brood met het afgraven en de verkoop van veen als economische drager. Deze afgegraven gebieden – met petgaten (zoals het nabijgelegen natuurgebied De Deelen) en uitgebaggerd in de 16e eeuw – hebben waterpartijen achtergelaten met kenmerkende lange stroken. De petgaten zijn tegenwoordig prachtige rijke ecosystemen waar riet, dichte bossages en water elkaar afwisselen. Smalle stroken met grond in verhoogde wallen en begroeid met lange elzenhagen en riet maken het fraaie plaatje helemaal af. Deze karakteristieke oude landschapselementen komen terug in de plannen voor de nieuwe woonbuurt Krekenwoud van de wijk Skoatterwâld.
Vergroenen en verbinden
Net zoals de oude bewoners van Friesland streden tegen het water, heeft de huidige generatie Friezen een ‘natuuropgave’. Het klimaat verandert, de zeespiegel stijgt en opnieuw zal er een strijd tegen het water moeten worden gestreden. En net als vroeger kan die strijd alleen gewonnen worden door de natuur te omarmen, zich aan te passen aan de elementen en samen te werken.
Om de droom van gezamenlijk en vrij wonen in het groen te kunnen realiseren, wordt ingezet op het ontwikkelen van een groen gebied met een sterke, gebiedseigen vegetatie. Door het groen te maximaliseren en begaanbaar te maken met voet- en fietspaden, wordt het een landschap voor de nieuwe bewoners, maar óók voor de buurt. Het biedt prachtig zichtgroen langs de randen van het plangebied én een mooie beleving om te wonen of doorheen te fietsen of wandelen.
Daarnaast wordt de onderlinge samenwerking en binding onder bewoners versterkt. De ruggengraat van het gebied wordt gevormd door een voetpad dat noord en zuid van het plangebied met elkaar verbindt. Dit pad weerspiegelt het publieke karakter van deze zone. In dwarsrichting is het pad gekoppeld aan fietsroutes door de wijk.
Architectuur
De architectuur is ‘te gast’ in het landschap: woningen liggen verstrooid in het groene landschap van riet, gras en elzen. De woningen zijn zo geclusterd dat er kleine gemeenschappen ontstaan: steeds groepen van 3 tot 6 woningen.
Als typologie is gekozen voor landschappelijke paviljoen- en patiowoningen. Alle woningen zijn levensloopbestendig. Sterker nog: ze hebben een volledig woonprogramma op de begane grond. Zo is het mogelijk om de woningen voornamelijk éénlaags uit te voeren, zodat ze zich vlijen in het groene landschap. Verdiepingsopbouwen zijn optioneel, hebben een zeer beperkt volume en komen sporadisch voor, als accenten. De uitzondering is de Molenwoning. Deze dubbele woning gaat juist de hoogte in en staat als een afgeknotte molen in het open waterlandschap achter de lintbebouwing van Het Meer. Passend in de uitgangspunten van duurzaamheid en natuurinclusief bouwen zijn alle woningen opgetrokken in houtskeletbouw.
Verkaveling
De verkaveling van het plangebied is gebaseerd op een idee van dichtheid versus openheid. Door de clusters woningen en erven compact te maken, ontstaat er meer tussenruimte voor een overtuigend landschap. Geen snippergroen, maar een weids natuurgevoel! Ook de beslissing om de woningen uit te voeren met patio’s in plaats van met tuinen draagt bij tot het verkleinen van de bouwvlakken en het vergroten van het gemeenschappelijke groen.
Om te voorkomen dat de centrale ontsluitingsweg een dominante as wordt, zijn de clusters op wisselende afstanden van de bouwgrens gelegd. De weg verspringt daarmee en de clusters komen speels in het landschap te liggen.
Parkeren
Parkeren vindt plaats op eigen terrein. Daarnaast is gekozen voor een decentrale groepering van bezoekersparkeerplaatsen, in zes groepjes van drie parkeerplaatsen. Ook het deelgebruik van elektrische auto’s wordt gefaciliteerd: iedere bewoner krijgt een gebruikerspas, zodat hij/zij naar behoefte (tegen betaling) gebruik kan maken van de aanwezige deelauto’s. De deelauto-stations bevinden zich ter plaatse van de twee oplaadpunten voor elektrische auto’s.
Openbare ruimte
Een gebiedseigen beplanting van elzen, wilgen, riet, watervegetatie en petgaten zorgt voor een bijzondere biotoop die aansluit op de natuurwaarden van Friesland. Er wordt optimaal gebruik gemaakt van het schone water in de omgeving en door de natuurlijke zuivering van de waterplanten wordt dit nog schoner.
Voor de vormgeving en materialisering van de openbare ruimte is gekozen voor ingetogen materialen waarbij verharding ondergeschikt is aan de vegetatie. De centrale ontsluitingsweg heeft een bijzonder wegprofiel. De middelste strook van de rijbaan bestaat uit betonklinkers met langs beide zijden een strook grastegels. Hierdoor is de functionele breedte van de weg genoeg voor langzaamrijdend tweerichtingsverkeer, maar oogt de weg toch smal en landschappelijk.
Selectieproces
Bijzonder aan de ontwikkelprijsvraag was dat bewoners van Skoatterwâld en het naburige Het Meer mee mochten stemmen over de ingediende plannen. De stem van de bewoners telde daarbij even zwaar als die van de gemeente. Het leidde tot grote betrokkenheid bij de plaatselijke gemeenschap. In dit proces eindigde plan Krekenwoud op de tweede plaats.