N211 Geeft Energie, Westland

buroblad
PDF

opdrachtgever

  • Ballast Nedam
  • Provincie Zuid-Holland

planteam

  • Gijs Wolfs
  • Laurien Korst
  • Maikel Waterdrinker
  • Leander Rispens

ontwerp

2017

in samenwerking met

  • Arup
  • Dynniq

Breng via dit formulier iemand op de hoogte van dit project!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Duurzame infrastructuur
Door op een innovatieve wijze om te gaan met het ontwerpen van provinciale wegen kunnen deze een bijdrage leveren aan een betere leefomgeving. Een reeks van maatregelen voor de N211 tussen Den Haag en Poeldijk laat zien hoe.

Bewustzijn creëren
De Provincie Zuid-Holland is als wegbeheerder verantwoordelijk voor het project ‘N211 Geeft Energie’ en heeft een overkoepelende duurzaamheidsopgave op het gebied van energietransitie- en het besparen van CO2 voor 2020. De N211 moet zichtbaar maken hoe het innovatief omgaan met infra-gerelateerde duurzaamheidsmaatregelen bijdraagt aan de energietransitie. In dit ambitieuze project wil de provincie samen met de opdrachtnemer komen tot een ‘opschaalbare duurzame infra-oplossing voor de toekomst’. Dit kadert in het overkoepelende project ‘De Weg van Energietransitie’. Door dit uit te dragen naar toekomstige generaties en betrokken stakeholders wordt meer bewustzijn gecreëerd over duurzaamheid en het verbeteren en ontwikkelen daarvan.

Pakket van maatregelen
Voor deze opgave is een breed pakket aan maatregelen voorgesteld:
– De ontwikkeling van een specifiek asfaltmengsel met een lage rolweerstand (en dus verminderd brandstofverbruik).
– Het organiseren van slim en schoon bouwtransport.
– De reductie van energieverbruik door een innovatief verlichtingsplan in combinatie met reflecterend asfalt.
– De lokale productie van hernieuwbare energie met in het ontwerp geïntegreerde energieopwekkers.
– Het vermijden van energieverlies door de toepassing van een gelijkstroomgrid voor de openbare verlichting en pv-panelen.
– Het toepassen van bamboe als hernieuwbaar materiaal voor al het wegmeubilar en toegevoegde constructies.

Integratie
Voor het ontwerp is het van belang dat al deze maatregelen niet als separate toeters en bellen aan de weg worden gehangen, maar op een vanzelfsprekende wijze worden geïntegreerd in elementen die je sowieso langs de weg tegenkomt. Daarmee ontstaat een samenhangend, coherent beeld dat als nieuwe standaard toepasbaar is in toekomstige weginfraprojecten.

Een voorbeeld van deze integratie is de nieuwe bushalte tussen Poeldijk en Den Haag. De afzonderlijke eisen met betrekking tot fietsenstallingen, abri’s, verblijfsplekken, informatievoorzieningen en een Zonneboom (met als referentie wUrck’s Zonneboom in Oss) zijn samengevoegd in een ontwerp voor een Zonnebos. Alle functies worden verenigd in en onder één groot ‘bladerdek’ van pv-cellen in glas. De constructie bestaat nagenoeg geheel uit gelamineerd bamboe. Het dak biedt een lommerrijke plek nabij het water om comfortabel te wachten op de bus, of om gewoon een tijdje te verpozen. Door de prominente locatie langs de weg wordt de ‘abri’ een duurzaamheidsicoon.

Bamboe
Er valt veel CO2-winst te behalen door verder te durven te kijken dan de conventionele materialisering van wegmeubilair. Daarom is een productenlijn ontwikkeld voor wegmeubilair in bamboe. Dit is een duurzaam natuurproduct omdat bamboe een gewas is dat na de kap snel weer aangroeit (in 3 tot 4 jaar volledig volwassen en dus ‘hernieuwd’). Om bamboe ook constructief toe te kunnen passen wordt het gelamineerd in balken en platen. Door de consequente materialisering in bamboe van de verschillende componenten die langs de weg staan wordt een helder en eenduidig wegbeeld gerealiseerd.

Groene oever
Parallel aan de N211 loopt de Nieuwe Vaart. De damwand langs de oever is aan een upgrade toe. In plaats van deze in zijn geheel te vervangen wordt hij net onder de waterlijn afgekort en wordt een tweede, korte damwand toegevoegd op enige afstand van de oude. Zo wordt niet alleen bespaard op materiaal, maar ontstaat ook ruimte voor het realiseren van een groene oever met moerasplanten. De tweede, korte damwand is deels van staal uit constructief oogpunt en deels van kunststof vanwege de CO2-besparing. Vergeleken met het plaatsen van een geheel nieuwe damwand bespaart deze oplossing in totaal 118 ton CO2.

Om de tweede damwand uit het zicht te houden worden BioBlocks geplaatst. Dit geeft een natuurlijke uitstraling van de oever. BioBlocks zijn gemaakt van 100% natuurlijke materialen en daardoor 100% recyclebaar. De Blocks bestaan uit plantenresten, waardoor er geen uitputting van natuurlijke grondstoffen plaatsvindt. In dit lokale product wordt langdurig CO2 vastgelegd.

De groene oever bestaat uit moerasplanten als de Gele Lis, de Grote Kattestaart, de Kalmoes en de Grote Egelskop. Deze planten gedijen goed in dit soort natte habitats. De moerasbeplanting vormt een uitstekend leefgebied voor bijen, vlinders, insecten, vogels en amfibieën. Dit type oever biedt beschutting, paaiplaatsen en kraamkamers voor water- en landdieren. De beplanting is zo gekozen dat zij bestand is tegen golfslag van boten. Deze innovatie draagt dus niet alleen bij aan de energietransitie, maar ook aan de trend om oevers te vergroenen. Hiermee sluit het project aan op het beleidsprogramma ‘Water als drager van de natuur’ van het Hoogheemraadschap van Delfland.