Blankenburgverbinding, Rotterdam / Vlaardingen / Maassluis

buroblad
PDF

opdrachtgever

  • Rijkswaterstaat

planteam

  • Ernst van Rijn
  • Paul Kersten
  • Edson da Costa
  • Michele Beraldo
  • Mieke van der Arend

ontwerp

2013-2016

in samenwerking met

  • Witteveen+Bos

Breng via dit formulier iemand op de hoogte van dit project!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Verdekte verbinding
Met een landtunnel onder de cultuurhistorisch waardevolle Aalkeetpolder en een diepe boortunnel onder de drukbevaren Nieuwe Waterweg/Het Scheur legt de Blankenburgverbinding(A24) een nieuwe, grotendeels onder het maaiveld gesitueerde koppeling tussen de bestaande snelwegen A20 en A15.

Drie trajecten
Het project bestaat uit drie deeltrajecten die ieder hun eigen inpassingsopgave kennen: de aanleg van de A24 / Blankenburgverbinding, de verbreding van de A20 en de aanpassingen aan de A15.

Tussen de twee knooppunten die haar aansluiten op het bestaande snelwegennetwerk bestaat de Blankenburgverbinding uit een aaneenschakeling van open tunnelbakken en tunnels – een landtunnel onder de Aalkeetpolder en een diepe boortunnel onder Het Scheur – met de hoge passage over de kanteldijk tussen beide tunnels als betekenisvolle uitzondering. Het tunneltracé kent geen aansluitingen op het lokale wegennetwerk en heeft slechts een beperkte visuele relatie met het doorkruiste landschap; de A24 vormt letterlijk een kortsluiting voor de weggebruiker tussen Midden-Delfland en het havengebied van Rotterdam.

Het introverte karakter van het tunneltracé en de opgave de bestaande landschappelijke kwaliteiten zo veel mogelijk te ontzien komen samen in het concept van de ‘verdekte verbinding’. Vanuit de omgeving gezien is de Blankenburgverbinding zo veel mogelijk afwezig: in het kwetsbare en waardevolle landschap op de noordoever, maar ook in relatie tot de groene woonenclave Rozenburg op de zuidoever. In plaats van als een doorsnijding toont de weg zich slechts af en toe als een discontinu fragment, zo bescheiden mogelijk ingepast en ondergeschikt aan het beeld en de structuur van het landschap.

Het knopenkoppel
De twee knopen die de Blankenburgverbinding aansluiten op de A20 respectievelijk de A15 hebben een diametraal tegengesteld ruimtelijk karakter. Om het open blikveld door de Aalkeetpolder zo min mogelijk te verstoren wordt de aansluiting op de noordoever gerealiseerd met laaggelegen dive-unders, ingebed in riet en water in aansluiting op de naastgelegen Krabbeplas. Het knooppunt op de zuidoever daarentegen is van ver af zichtbaar met hooggelegen fly-overs, als entree van de wereldhaven en als nieuw oriëntatiepunt langs de A15, versmolten met het groene bastion rond Rozenburg.

De continue lijn
In tegenstelling tot het beeld vanuit de omgeving vormt de Blankenburgverbinding in de beleving van de weggebruiker één samenhangend tracé, van knooppunt tot knooppunt. Een introverte traverse, voor het grootste deel verdiept en begeleid door wanden. Een vloeiende opeenvolging van twee weliswaar ongelijksoortige tunnels in één lome slingerbeweging van polder naar haven.

De samenhang en autonomie van het tunneltracé wordt benadrukt door zijn doorgaande symmetrische profiel en door continue lijnen en vloeiende overgangen, van knooppunt tot knooppunt. De continuïteit in de begeleidende wanden en in het verlichtingsbeeld versterken de gewenste rust en eenheid in het wegbeeld. De vormgeving van tunnelmonden, viaducten en weginrichtingselementen is daarbij consistent en ingetogen, en tegelijk herkenbaar als ‘BBV-stijl’. Binnen de familie van kunstwerken vormt de reeks van vier tunnelmonden daarbij het ultieme beeldmerk van de nieuwe tunnelverbinding.