Brug Wilhelminakanaal, Oirschot

buroblad
PDF

opdrachtgever

  • Ballast Nedam
  • Gemeente Oirschot

planteam

  • Oriol Casas Cancer
  • Remco Bangma
  • Ferdinando d'Alessio
  • Leonardo Marchese
  • Andrea Fernández Ramírez
  • Leander Rispens

ontwerp

2018

oplevering

2020

in samenwerking met

  • West8 Infrastructure (architectonisch ontwerp)
  • wUrck (uitwerkend architect en landschapsarchitect)
  • Royal Haskoning DHV (constructeur)
  • Ingenieursbureau Wagemaker (constructeur)
  • Ballast Nedam (aannemer)
  • Nauta Heeg (staalbouw)
  • Wijma Kampen (houtbouw)

fotografie

Leef Fotografie (foto 1,4,6) en Jan de Vries (overig)

Nieuws

Breng via dit formulier iemand op de hoogte van dit project!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Recreatieve oversteek
Met zijn zicht op de Sint-Petrusbasiliek, zijn iconische vakwerkconstructie en zijn houten brugdek is de langzaamverkeersbrug over het Wilhelminakanaal een hoogtepunt van de recreatieve route tussen Oirschot en Eindhoven.

Monumentaal en speels
De brug over het Wilhelminakanaal is een onderdeel van de Groene Corridor, de nieuwe recreatieve fietsverbinding tussen de Markt van Oirschot, het centrum van Eindhoven en Het Groene Woud. Om dit recreatieve karakter te benadrukken bestaat de hoofdoverspanning van de nieuwe brug uit een iconisch houten vakwerk, rustend op twee robuuste bakstenen pijlers aan beide oevers van het Wilhelminakanaal. De diagonale ligging van de brug over het kanaal creëert een unieke zichtlijn op de Sint-Petrusbasiliek.

De Stönner-Meijwaardbrug is vernoemd naar de twee gesneuvelde soldaten Rinus Stönner en Willem Meijwaard die rond het Wilhelminakanaal vochten voor de vrijheid van Nederland met de Prinses Irene Brigade. De monumentaliteit van de brug refereert aan het oude, historische karakter van het Oirschotse centrum; tegelijk presenteert de brug zich als een nieuw, herkenbaar en betekenisvol element in de regio.

De brug heeft een houten dek, gemaakt van Azobé, passend bij het recreatieve karakter van de Groene Corridor. Een beeldbepalend element is de slanke, oxiderood gecoate brugleuning die van oever naar oever lijkt te zweven en halverwege de oversteek tijdelijk wordt ondersteund door de houten vakwerkbrug. Dit effect wordt na zonsondergang nog versterkt door de LED-verlichting die in de bovenregel van de brugleuning is geïntegreerd. De slingerende oxiderode lijn vormt zo op elk moment van de dag een speels element in het landschap.

Samenhang
De monumentale houten vakwerkbrug wordt op elegante en lichtvoetige wijze aan de oevers gekoppeld met twee aanbruggen die met een minimale footprint in het landschap zijn ingepast. Ze worden ondersteund door een enkele rij ronde kolommen, met een minimale diameter. Door gebruik te maken van verzinkt staal is deze ondersteunende constructie neutraal van kleur en kan de rode brugleuning zijn prominente, verbindende rol spelen.

Ook het materiaalgebruik zorgt voor samenhang. Zo komt het ambachtelijke metswekwerk van de pijlers van de vakwerkbrug terug in de aanlandingen van de aanbruggen, het hout van de vakwerkbrug in het brugdek en het thermisch verzinkte staal van de trekstangen van de vakwerkbrug in de constructie van de aanbruggen.

Een ander belangrijk element dat de eenheid in de verschijningsvorm van het ontwerp waarborgt is het doorlopende houten brugdek. Het constructieprincipe van het brugdek van zowel de aanbruggen als de vakwerkbrug is identiek, waardoor de passage van het Wilhelminakanaal als continu wordt ervaren. Om gladheid van het brugdek te voorkomen wordt over de gehele lengte een antislipstrip ingefreesd.

Landschappelijke inpassing
Veel aandacht is besteed aan het beperken van visuele hinder voor de omwonenden aan de noordzijde, niet alleen door de transparantie, slankheid en kleurstelling van de verschillende brugcomponenten, maar ook door te kiezen voor een compact horizontaal alignement dat de afstand tot de woningen maximaliseert. Hierdoor is het mogelijk om het park tussen de woningen en de noordelijke aanbrug door te zetten, waardoor het eerste zicht vanuit de woningen op het park is en niet op de aanbrug. Vice versa is het zicht vanaf de aanbrug richting de woningen eveneens geblokkeerd door de aanwezige bomen.Door het dek van de hoofdoverspanning zo slank mogelijke te maken is de lengte van de aanbruggen tot een minium beperkt

Bijkomend voordeel van het compacte alignement is dat de meest waardevolle bomen in het park behouden kunnen blijven. Bovendien worden twee soorten toegevoegd: moerascipressen langs het water in het park en winterlinden aan weerszijden van het betonnen wandelpad. De aanwezige padenstructuur in het park is ook grotendeels behouden gebleven. Ten behoeve van de beleving van het water onder de noordelijke aanbrug is een extra pad toegevoegd dat leidt naar de open ruimte tussen de aanbruggen, waardoor een uitzichtpunt ontstaat op de watergang onder de aanbruggen.

Het horizontale alignement van de aanbrug aan de zuidzijde is een afgeleide van het alignement aan de noordzijde. Hierdoor vormt het alignement van de gehele brug een eenheid, hetgeen zorgt voor veiligheid en comfort in het gebruik.

West8 is initiërend architect en heeft in een voorstadium een ontwerp gemaakt voor de brug waarbij met name de vormgeving van de iconische hoofdoverspanning was vastgelegd.

wUrck heeft samen met Ballast Nedam de D&C tender gewonnen en heeft verder ontworpen aan de gehele brug. wUrck heeft een eigen draai gegeven aan het ontwerp zonder daarbij het oorspronkelijke ontwerp van West8 uit het oog te verliezen. De hoofdoverspanning is in nauwe samenwerking met Wijma Kampen constructief uitgewerkt.